Literatuurstudie
Verslaving
Drugs
Wanneer is er spraken van verslaving ?
Als je vader of moeder te veel drinkt of drugs gebruikt, dan kan dat allerlei problemen geven in het gezin. Maar wat is 'te veel'?
Hier is niet altijd een direct antwoord op te geven. Dikwijls is het trouwens van groter belang welke effecten dat drinken of druggebruik heeft op het gedrag van vader of moeder. Als jij voortdurend last krijgt van deze effecten, dan drinken of gebruiken ze dus 'te veel'.
Waar kan je last van krijgen ?
Je ouders doen dikwijls niet wat ze beloven. Ze kunnen zich onvoorspelbaar gedragen. Soms zijn ze 'goed gezind', dan ineens weer niet meer. Soms mag je alles, soms mag je niets. Je kan er weinig of geen staat op maken. Vader of moeder kunnen ineens heel boos worden, zonder dat je het zag aankomen. Je kan ook veel kritiek krijgen, die dikwijls niet terecht is. Sommige ouders die te veel drinken of drugs gebruiken zeggen zelfs dat het de schuld van de kinderen is.
Ouder gaat liever zelf uit en dropt het kind af bij een kennis of opvang. Mama pakt een slaappil om de aandacht van kinderen te vermijden. Mama's verbergen liever hun problemen t.o.v. de papa's. Ouders gaan vaker eten halen dan zelf eten koken omdat ze hier geen zin in hebben. Omdat de ouders de kinderen geen aandacht geven door deze verslavingen hebben deze kinderen enorm veel nood aan ontspanning en vrije tijd zoals een hobby of dergelijke.
Wat kan je doen en wat doe je beter niet ?
Je hoeft je niet steeds af te vragen of jij enige schuld hebt aan de problemen van vader of moeder. Zelfs al zouden ze dat zelf beweren. Degene die drinkt of drugs gebruikt is daar verantwoordelijk voor, jij niet!
Alcohol
Alcoholisme is één van de meest voorkomende psychosociale problemen. Zowel het globale gezinsklimaat als het psychologisch welbevinden van de gezinsleden negatief beïnvloedt. Gezinnen met alcoholproblemen worden in de literatuur beschreven als: inconsistenter, onstabieler, minder cohesief en meer in conflict beladen dan in gezinnen waar alcohol gen probleem vormt. Kinderen van ouders met een alcoholprobleem lopen dan ook een verhoogd risico om zelf een alcoholprobleem te ontwikkelen en blijken bovendien vatbarder voor een brede waaier aan psychologische problemen. Ze vertonen antisociaal gedrag, doen het minder goed op school en hebben een minder zelfwaarde gevoel. Als ouderlijk alcoholisme inderdaad een aantoonbare factor voor de ontwikkeling van psychopathologie bij kinderen is, dan is een breed segment van de bevolking op kinderleeftijd als risicogroep te beschouwen. Alcoholisme is een sluipende ziekte, die, wanneer er niet tot een drastische verandering van levensinvulling wordt overgegaan, leidt tot lichamelijk en geestelijk verval en niet zelden tot de dood.
Wat is alcoholmisbruik?
Maximaal twee tot drie alcoholconsumpties per dag valt binnen de normale waarden, maar drinkt je meer consumpties per dag of een maal in de week een grotere hoeveelheid, dan kunt u spreken van alcoholmisbruik.
Wat is alcoholverslaving?
Het is moeilijk om aan te geen wanneer iemand wel of niet verslaafd is aan alcohol. Men geeft wel aan dat wanneer je ochtends opstaat met het gevoel van alcoholnood voordat je de dag kan starten en wanneer je bepaalde gewoontes of dingen laat staan voor het alcoholgebruik, je past binnen het profiel van een alcoholverslaving. Volgende factoren geven mogelijk aan dat je alcoholverslaafd bent:
• Meer drinken dan voorgaande periodes
• Meer alcohol nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken
• Liegen over uw alcoholgebruik
• Verminderde interesse in sociaal contact
• Ontwenningsverschijnselen bij geen inname van alcohol
De gebruiker vormt niet enkel een gevaar voor zijn nabestaanden of naaste omgeving, maar ook en vooral voor zichzelf. Het langdurig overmatig alcoholgebruik kan leiden tot ernstige lichamelijke en psychische problemen. Het is niet zo dat de alcohol rechtstreeks zorgt voor deze beperkingen, maar werkt meestal onrechtstreeks of verergert de reeds bestaande aandoeningen. Dit is dan ook het geval bij meer dan 200 aandoeningen.
Naast bovenstaande problemen zijn er ook sociale risico’s aan verbonden, zoals bijvoorbeeld: problemen op het werk, financiële problemen, gerechtelijke problemen, relatieproblemen en vooral problemen waarbij sociale partijen betrokken zijn.
Daarbij probeert de ‘verslaafde’ weleens te stoppen met het gebruik van alcohol. Hierbij kampt men met verschillende ontwenningsverschijnselen en ontdekt men vaak meerdere kwaaltjes waarmee ze nooit eerder in aanraking kwamen. Dit zorgt voor het teruggrijpen naar de alcohol als een soort escapisme van de realiteit. Deze kwaaltjes kunnen gaan van slapeloosheid tot zelfs epileptische aanvallen.
Gokken
Heel wat mensen spelen gokspelletjes voor (ont)spanning of plezier. Voor sommigen loopt het kokken uit de hand hierdoor komt men hierdoor in financiële problemen. Overmatig/problematisch gokken kent heel wat gelijkenissen met het overmatig/problematische gebruik van alcohol, medicatie of andere drugs en kan ervoor zorgen dat er op verschillende levensdomeinen problemen ontstaan. Om de bevolking te sensibiliseren werken we vanuit CAD Preventie rond dit thema en dit vanaf de leeftijd van 14 jaar.
Je kan niet van iemands gezicht aflezen dat hij gokt. Omdat gokken vooral in de vrije tijd gebeurt, zijn er op school niet altijd signalen zichtbaar. Verslaving komt voor in alle soorten: drugs, alcohol, games, maar ook gokken. Speel dus geen detective en ga niet op zoek naar tastbare bewijzen. Er zijn trouwens geen specifieke signalen die wijzen op gokverslaving. Heb integendeel oog voor veranderend gedrag bij jongeren en hoe ze functioneren:
Geweld
De Universele Verklaring van de Rechten van het Kind geeft volgende zaken aan als zijnde ontoelaatbare behandeling van kinderen:
Kindermishandeling is het opzettelijk schade en letsel toebrengen aan kinderen. Ook het onderdrukken en verwaarlozen valt onder kindermishandeling. We onderscheidden lichamelijke, psychische en seksuele kindermishandeling.
Kindermishandeling begint vaak klein en wordt steeds groter. De ouders zijn er zich niet van bewust.
Oorzaken kunnen zijn:
Kindermishandeling
In de meest recente cijfers (2016) van het Vertrouwenscentrum voor Kindermishandeling (VK) werden 7080 meldingen gemaakt van concrete situatie van mishandeling of verwaarlozing. Anders gezegd, per dag wordt er van 20 kinderen melding gemaakt. (letterlijk overgenomen)
Fysiek
Wat verstaan we onder geweld?
'Elke handeling (of dreiging daarmee) die het zelfbeschikkingsrecht de zelfontplooiing en de lichamelijke integriteit van personen aantast.' (overgenomen à http://www.vzwzijn.be/wat-is-geweld).
Lichamelijke mishandeling: schoppen, slaan, knijpen, bijten, schudden, het toebrengen van brand- of snijwonden, breuken, inwendige letsels, ...
Psychisch
Verwaarlozing: kinderen die geen of weinig voedsel, nachtrust, medische zorg, liefde, warmte, aandacht, ... krijgen. Hierbij spreken we meestal van lichamelijke of emotionele chantage.
De gevolgen hiervan zijn dat de fysische en geestelijke gezondheid van het kind wordt afgeremd, hierbij ook de hersenontwikkeling van het kind. Uit onderzoek blijkt dat naarmate mishandeling en/of verwaarlozing vroeger in het leven van het slachtoffer plaatsvinden ook langer zullen doorgaan en dus ernstigere vormen aannemen. Hierdoor ontstaat er meer schade. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot chronische stress hierbij heeft het kind grotere kans tot zelfdestructief gedrag en agressie maar ook de vaardigheden zoals logisch denken en het taalgebruik kunnen verminderen, extreme stemmingswisselingen. De kans op het ontwikkelen van depressies of stoornissen in het geheugen worden ook verhoogd.
Mentaal
Wat is mentaal pesten?
Een zondebok kiezen en op een mentaal of fysiek agressieve wijze je frustraties uitwerken op deze zondebok. Pesten is vaak een groepsgebeuren dat aangespoord wordt door de populaire en dominante kinderen t.o.v. de kinderen die fysiek en verbaal zwakker zijn.
Wat is pesten?
Pesten is gewelddadig en meestal herhaald gedrag van 1 of meer personen, met de bedoeling om anderen te kwetsen. De schade kan psychologisch, seksueel, lichamelijk of sociaal zijn.
De gepeste, kan zich meestal niet verdedigen. Er is dus een ongelijke (of als ongelijk ervaren) machtsverhouding tussen diegene die pest en de gepeste.
Er is een verschil tussen plagen en pesten. Men spreek van plagen wanneer het spontaan gebeurt en met humor vaak doen jongeren dit voor aandacht, dit blijft niet lang aanhouden. De partijen zijn evenwaardig aan elkaar het is niet altijd leuk, maar het ‘slachtoffer’ wordt zeker nooit bedreigd.
Waarom?
Seksueel
Seksuele mishandeling: men spreekt van seksueel misbruik wanneer kinderen betrokken worden bij activiteiten die niet voor hun leeftijd zijn, maar eerder in een behoeftebevrediging van een volwassene en/of jongere. Maar wat bedoelt men dan met seksuele mishandeling? Hieronder verstaan we: betasten, gemeenschap hebben, geslachtsdelen tonen, pornovideo's bekijken, toekijken, 'spelletjes' spelen, seksuele uitbuiting van kinderen, vulgair taalgebruik,...
Seksuele mishandeling is vaak een emotionele chantage, waarbij de dader de macht van het slachtoffer misbruikt.
Wat?
Opvoeding
Gezinssituaties (gescheiden, alleenstaand)
Wanneer de ouders van een kind niet meer samenwonen na een scheiding, kan het zijn dat een kind slechte schoolresultaten heeft, agressie vertoont, gaat spijbelen… dan kan hij/zij de stempel krijgen van ‘scheiding niet verwerkt’. Dit vormt een crisisperiode waarin de leerling negatief wordt beïnvloed, maar het hoeft geen blijvend effect te hebben op het kind, of de thuissituatie. Het hoeft ook niet zo te zijn dat slechte resultaten of het slecht in het vel voelen een rechtstreeks verband heeft met de gezinssituatie. Het is belangrijk als leerkracht en als school dat je een zicht krijgt op het probleem van de leerling en als gezin en school kan helpen om het probleem op te lossen.
Vaak nemen ouders die in een gescheiden situatie leven minder deel aan het schoolleven. Dit kan ook verder komen uit een tekort aan tijd of een tekort aan financiële middelen. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat ouders zich positief betrokken voelen bij de school. Ook voor de leerling maakt dit een verschil : zowel ouder als leerling heeft dan het gevoel dat ze vriendelijk, respectvol en gelijkwaardig behandeld worden.
Een scheiding verandert 3 werelden. De eerste wereld van partners die een doorstroom kent van nieuwe partners en ex-partners. De tweede wereld is de wereld van de ouders. Zij maken de overstap van samenwonen naar alleen wonen. Ouders zullen altijd ouders blijven, het is het ouderschap dat aangepast moet worden. Ten laatste verandert een scheiding ook de wereld van de jongere. Je moet wisselen tussen twee huizen en twee verschillende regelingen.
Men kan naast een gescheiden situatie ook terecht komen in een alleenstaande situatie waarbij de partner is weggevallen wegens overlijden. Veel gezinnen hebben tijdens de eerste periode veel hulp aan de organisatie ‘gezinszorg’. Zij helpen met de reorganisatie van het gezien.
Religie
Joodse visie:
Het opvoeden van kinderen gebeurt op basis van hiërarchie. De ouders hebben de leiding en de kinderen moeten gehoorzamen. Het Jodendom leert dat ouders en kinderen gelijk zijn als mens, maar ongelijk in hun status. De ouder is de vertegenwoordiger van God op aarde. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder het kind waarden bij te brengen en een juist leven te leiden. Het kind dat zijn ouders eert wordt verwacht God Zelf te eren, Hij die het leven schenkt.
Wetten om ouders te eerbiedigen
De wetten om ouders te eerbiedigen zijn simpel maar hebben een grote invloed op de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind. Hieronder volgen een aantal basis wetten:
Wetten van eerbied
Wetten van eerbied tonen eer aan degene met een hogere status:
Thuis goed gedrag inprenten
Bescheidenheid is de voornaamste pijler van het gedrag in het Jodendom. Enkele andere dingen die ze moeten doen zijn niet eerder beginnen met eten of thuis goed gedrag interpreteren.
Kinderen nieuw gedrag bijbrengen is verantwoordelijkheid van ouders.
De ouders hebben de verantwoordelijkheid om kinderen nieuw gedrag bij te brengen. Het beste kan dit gebeuren op plezierige momenten. Dit kan door te verwijzen naar de Tora of gewoon zonder enige verwijzing naar het Jodendom. Wanneer de kinderen worden aangemoedigd en geprezen voor hun goede gedrag genieten kinderen ervan. Het is niet goed om boos te worden op het kind. Dat werkt averechts. Dan worden de aanwijzingen als last ervaren. De kunst is om de kinderen een veilig gevoel te geven. Kinderen moeten zich goed voelen bij het respecteren van hun ouders.
Islamitische visie:
Het voedsel
De eerste ondeugd die het kind bedreigt, is gulzigheid bij het eten, dus zou het geholpen moeten worden om die te overwinnen door het bijvoorbeeld alleen met de rechterhand te laten eten. Door het “Bismillaah” (in naam van Allah) te laten zeggen vòòr het met eten begint; door het te laten eten wat zich voor hem/haar bevindt en het te laten beginnen nadat anderen al met eten begonnen zijn. Ook is het van belang niet naar het eten of naar het eten van anderen te blijven staren, het eten niet naar binnen te schrokken maar goed te kauwen, geen eten op de kleding te morsen of de handen vol te smeren, soms genoegen te nemen met een eenvoudige broodmaaltijd en uitgebreide maaltijden of dagelijkse vleesconsumptie niet als noodzakelijk te laten ervaren. We moeten onze kinderen uitleggen hoe slecht het is meer te eten dan je op kunt en dat mensen die zichzelf overeten op dieren lijken; door aanmerkingen te maken op kinderen die netjes en weinig eten te prijzen in hun bijzijn.
De kleding
Op het gebied van kleding is het aan te bevelen eenvoudige kleding te dragen. Geen kleding met opvallende kleuren; aan jongens moet van het begin af aan duidelijk gemaakt worden dat meisjes wel zijde mogen dragen en dat jongens daar niet van houden of anders voor verwijfd aangezien worden. Een kind moet zoveel mogelijk worden gestimuleerd eenvoudige, maar nette kleding te dragen, omdat overdreven dure en luxe kleding dragen geldverspilling is en vaak een teken is van de aandacht op je willen vestigen om de verkeerde eigenschap.
In plaats van dit laatste kan een kind beter gestimuleerd worden tot het willen vestigen van de aandacht op een goed karakter. Het is beter als een kind meer waarde hecht aan zijn/haar eigen innerlijk en aan dat van andere mensen, dan aan uiterlijkheden.
Boeddhistische visie:
Boeddhistisch onderwijs is een methode die gebaseerd is op de mentale ontwikkeling van de individuele persoon. Het belangrijkste in de boeddhistische opvoeding, is om een gecultiveerde, gedisciplineerde en onderwezen gemeenschap voort te brengen.
Economische status en achtergrond
De werkloosheid voor allochtonen en autochtonen blijft schrijnend. De werkloosheid onder niet-westerse allochtonen is, zowel onder de eerste als tweede generatie, hoger dan onder autochtone Belgen. In 2007 bedroeg de werkloosheid voor autochtonen 4,5%, voor niet-westerse allochtonen bedraagt dit 9,1%. Redenen zoals een gebrekkige kennis van Nederlands, een lager opleidingsniveau, een eenzijdige werkervaring en af en toe discriminatie door de werkgever.
Een gemiddelde niet-westerse allochtoon heeft minder dat hij/zij uitgeeft dan de gemiddelde autochtoon. Het is opvallend dat niet-westerse allochtonen vaker in armoede leven door de weinige arbeidsdeelname. Door een lager opleidingsniveau hebben zij ook vaak slechtere banen. Daarnaast leven bijna dubbel zoveel allochtonen van een uitkering dan autochtonen.
Financiële status en achtergrond
In deze diagram hebben we een overzicht van de Belgische bevolking en haar origine. We leiden hieruit af dat er nog steeds meer Belgen (60,2) zijn die in België geboren zijn of ouders hebben met Belgische origine.
Anderzijds is het opvallend dat mensen van andere origine (25,3), al dan niet met bekende afkomst (14,5), bijna de helft van de Belgische bevolking omvatten. Deze diversiteit heeft terugslag op de financiële situatie van zowel een Belgisch als niet-Belgisch gezin. Het is namelijk zo dat mensen met een migratie-achtergrond veel moeilijker werk vinden.
De gemiddelde werkgelegenheidsgraad in België voor mensen van 18 tot 60 jaar bedraagt 66%. Het is opvallend dat de mensen met Belgische origine een hogere werkgelegenheidsgraad hebben. Dit met 74%. Het zijn de mensen uit Europese landen en Afrikaanse landen die een erg lage werkgelegenheidsgraad hebben. Een gemiddelde van 50 en zelfs minder dan 40%. Uiteraard gaat de verloning hand in hand met de afkomst. In 2002 werd het onderzoek naar loonstructuur gedaan. De getallen die hieruit verder komen zijn opvallend. Het is niet enkel zo dat er verschil is tussen autochtone en allochtone inwoners van België. Het verschil tussen mannen en vrouwen kan men ook niet langs. Het verschil in verloning kan oplopen tot wel vijf euro per uur. Deze cijfers gaan hand in hand met de bovenstaande literatuurstudie naar de gezinssituatie (gescheiden, alleenstaand). Zo is het voor een alleenstaande moeder moeilijker dan voor een alleenstaande vader, wat betreft verloning.
De loonverschillen per herkomsthergroepering zijn duidelijk opvallend! Opleiding, geslacht, leeftijd en werkervaring bepalen mee iemands beroepskeuze. Deze beroepskeuze heeft rechtstreeks invloed op het uurloon dat men zal verdienen. Deze variabelen liggen min of meer vast, het is de herkomstgroepering waarin de verschillen ontstaan. 57% van het loon wordt uitgedeeld door de persoonlijke bagage. Leeftijd en opleidingsniveau zijn voorbeelden van deze bagage. Het eerder verlaten van school (wat een indicator is voor de schoolgaande kinderen van tegenwoordig) is ook een interessante indicator rond persoonlijke bagage. Het eerder verlaten van school is zowel bepalend voor ouder als kind. Ouders die de schoolbanken vroegtijdig hebben verlaten, zijn volgens kind en gezin een alarmsignaal voor een kansarm gezin. Het is het hoogst behaalde diploma van de moeder die hierin een rol speelt. Door het vroeger verlaten van de schoolbanken, wordt de latere beroepskeuze mee gestuurd. In onderstaande grafiek worden de verschillende studierichtingen ASO, TSO, BSO vertaald naar hoog (ASO), midden (TSO) en laag (BSO).
De cijfers van de allochtone schoolverlaters zijn laag in (BSO) en midden (TSO) studierichtingen die de school verlaten. Dezelfde trend is zichtbaar voor autochtone leerlingen. Voor de studierichting midden (TSO) staat autochtoon en allochtoon bijna op gelijke voet. Uit de studierichting hoog (ASO) zijn het voornamelijk autochtonen die de school vroegtijdig verlaten. De onderwijsachterstand is voor een groot stuk verantwoordelijk voor de hoge werkloosheidscijfers binnen de allochtone gemeenschap. Er is een duidelijk verband tussen de onderwijsachterstand van de bevolkingsgroep en de vooruitzichten om binnen één jaar na het afstuderen werk te vinden. Deze resultaten komen uit de studie van de VDAB.
Kind en Gezin heeft 7 toetsingscriteria om te bepalen of een gezin in een kansarme situatie leeft. Een van de criteria is de opleiding van de ouders, zoals eerder vermeld. De alleenstaande ouder of een van de twee ouders heeft geen diploma hoger secundair onderwijs, heeft buitengewoon onderwijs gevolgd of is analfabeet. Dit criterium hangt samen met een volgend signaal rond kansarmoede, namelijk het beschikbaar maandinkomen. Door een onregelmatig maandinkomen, een uitkering, een leefloon of het beschikbaar inkomen ligt lager dan het leefloon loopt het gezin risico. Deze arbeidssituatie (al dan niet werkend) slaat terug op de financiële situatie.
Wanneer er aan kapitaal gedacht wordt, gaat het voor veel mensen meteen over financieel kapitaal. Toch zijn er nog vele andere vormen. Degene die het nauwst aansluit bij het financiële kapitaal is het materiele. Dit soort kapitaal gaat over het kunnen aankopen van materiaal om verder te geraken op school of in een arbeidssituatie. Voorbeelden hiervan kunnen zijn het aankopen van een printer/computer, schoolboeken, gerief om een vak te leren…
Een ander soort kapitaal is het cultureel kapitaal. Het cultureel kapitaal slaat voornamelijk terug op de thuistaal. Door het niet snel genoeg aanleren van de taal van het land waar wonend kan een kind/een gezin een achterstand oplopen. Dit kan voor enige frustratie zorgen omdat het gezin zichzelf niet kan redden in het nieuwe land.
Voor mensen uit een moeilijk financiële situatie die al dan niet een allochtone achtergrond hebben, is het ook moeilijk om sociaal kapitaal op te bouwen. Het sociaal kapitaal betreft het sociale vangnet dat mensen hebben. Mensen waarop ze kunnen terugvallen of op kunnen rekenen. Dit vangnet blijft erg beperkt, zowel bij een autochtone als een allochtone gezinssituatie. Binnen een allochtone gezinssituatie speelt het financiele en het culturele kapitaal parte. Het soreken van de thuistaal is voor een autochtoon gezin minder moeilijk.
Uit dit onderzoek leiden we af dat een tekort aan financiën voor zowel een autochtoon als een allochtoon gezin kan zorgen voor moeilijke gezinssituaties. Het is een bron van frustratie en ongelijkheid waaruit kansarmoede kan ontstaan.
Opvoedingsstijl
De manier waarop een kind opgevoed wordt heeft een grote impact op het welzijn en welbevinden van het kind. Een opvoedingsstijl kan ook beïnvloed worden door de thuissituatie. Meestal gaan kinderen de opvoedingsmethode van de ouders overnemen. Dit is meestal onbewust. Over het algemeen zijn er vier grote opvoedingsstijlen bekend, elk met hun eigen kenmerken maar ook gevolgen.
Democratische opvoedingsstijl
De democratische opvoedingsstijl geeft vooral aandacht voor de acceptatie en de eigenheid van het kind. Er is duidelijke en regelmatige communicatie tussen ouders en kind. De vastgelegde regels worden altijd in samenspraak met de kinderen opgelegd. Er is sprake van een vertrouwelijke band.
Deze opvoedingsstijl creëert een warme, verbonden gezinsband waarin ouders en kinderen veel tijd met elkaar spenderen. Het gezin is harmonisch en voelt zich veilig bij elkaar. Deze opvoedingsstijl komt ook het meest voor en is de meest geslaagde stijl.
Gevolgen
De kinderen voelen zich veilig, zowel thuis als persoonlijk. Er is vertrouwen aanwezig tussen de ouders en het kind. Dankzij de democratische opvoedingsstijl gaan kinderen een stabiele identiteit ontwikkelen. Zij gaan uiteindelijk zelfstandig sterk in hun schoenen staan en hebben een positief zelfbeeld. Ook vertonen de kinderen meestal een goed ontwikkeld inlevingsvermogen naar anderen toe.
Verwaarloosde opvoedingsstijl
In tegenstelling tot de democratische opvoedingsstijl, is er hier absoluut geen sprake van een vertrouwelijke houding. Er is absoluut geen sprake van stimulatie of sturing en kinderen worden in veel gevallen zelfs genegeerd. De ouders zien hun kinderen als last en reageren onverschillig ten opzichte van hun behoeften.
De ouders vermijden het ongemak voor zichzelf en gaan interactie ontwijken. Het gevolg hiervan is dat kinderen samenhorigheid en solidariteit gaan missen. De ouders gaan hun gebrek aan aandacht geven trachten te compenseren met materiële zaken. Deze opvoedingsstijl zorgt ook voor een onveilige hechting.
In ernstige gevallen kan een zeer koele opvoedingsstijl leiden tot verwaarlozing en mishandeling. Het kind wordt een zondebok voor de problemen en gaat vervreemden van de rest van de wereld. Het kind gaat ontsnappingsgedrag tonen, dit is in erge en blijvende mate zeer slecht voor de persoonlijkheid van het kind.
Gevolgen
Het spreekt voor zich dat deze opvoedingsstijl negatief is voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Hij of zij gaat last hebben van opvoedingsproblemen en deviant, afwijkend, gedrag. Hun zelfbeeld zal eerder negatief evolueren, net zoals hun zelfvertrouwen. Het kind is vaak onzeker en zal uiteindelijk kwetsbaar zijn in de maatschappij. Het kind kan een minderwaardigheidscomplex aankweken en door een minder goede hechting met de ouders ook hechtingsproblemen ondervinden met andere sociale contacten of leeftijdsgenoten. Het ontwikkelen van zelfstandigheid verloopt zeer traag.
Autoritaire opvoedingsstijl
Gehoorzaamheid is de belangrijkste pijler van de autoritaire opvoedingsstijl. De kinderen moeten luisteren naar de ouders, die geen tegenspraak dulden. De ouders gaan veel aandacht geven aan de kinderen, maar in een foute en dominante manier. Zij gaan te veel storende aandacht geven, zij mengen zich volledig in het leven en beslissen voor het kind. De ouders willen alles weten en zijn heel erg controlerend. Kinderen hebben hierdoor vaak minder contact met leeftijdsgenoten.
Gevolgen
Kinderen gaan zich altijd aanpassen aan de regels. Dit klinkt positief, maar omdat het kind zo gedomineerd werd door de ouders gaat het een minderwaardigheidsgevoel aankweken. Het kind wordt namelijk altijd onderdrukt en zal dit meenemen doorheen zijn of haar leven. Het kind krijgt een identiteitscrisis en zal mogelijk geen identiteit ontwikkelen. Vaak zijn kinderen uit een autoritaire opvoedingsstijl eerder gesloten personen.
Toegeeflijke opvoedingsstijl
Hier is er weer sprake van een tegenstelling met de vorige opvoedingsstijl. In de toegeeflijke stijl zijn de kinderen vrij, regels komen niet ter sprake en ze moeten hun eigen plan trekken. De kinderen krijgen hierdoor een weinig gestructureerde identiteit. Deze opvoedingsstijl komt vaak voor in losse gezinnen. Ouders gaan amper tot niet controleren en geven de kinderen de volledige vrijheid. De ouders tonen geen autoriteit en hebben geen vat op hun kinderen.
Gevolgen
Daar waar kinderen bij de autocratische opvoedingsstijl zich altijd aan de regels gaan houden, zijn kinderen uit een toegeeflijke opvoedingsstijl eerder onaangepast aan sociale regels. Zij zijn vaak impulsief en kunnen onbetrouwbare trekjes vertonen. Mogelijk hebben zij een gebrek aan contact of aan uitgaansleven, dit kan dan weer leiden aan niet-actieve kinderen of asociale kinderen.
Externe organisaties
CLB
Het CLB heeft een hechte samenwerking met de meeste scholen. De scholen zijn vaak de eerste die opmerken dat er een probleem is met een kind of de eerste waar het kind naar doorverwezen wordt. Dit is vaak het meest succesvol voor de persoonlijke ontwikkeling voor het kind, maar zeker niet een oplossing voor alle problemen in kwestie.
Het CLB helpt niet alleen bij het studeren en het leren, of bij de schoolloopbaan. Het CLB staat ook open voor het kind, voor psychische of sociale problemen en voor de gezondheidszorg.
Het CLB werkt enkel op aanvraag van de school of de ouders. Zij zullen dus niet zelf problemen gaan opsporen, maar zullen wel wachten op een aanvraag van de ouders of de school. Belangrijk om te weten is dat zij enkel mogen werken wanneer de ouders toestemming geven. Zodra de school het CLB om hulp vraagt, moet er dus altijd eerst duidelijk gecommuniceerd worden naar de ouders toe.
1712
1712 is de hulplijn voor kindermishandeling. Deze hulplijn is zoals de meeste preventieve hulplijnen gratis. Het draait echter niet enkel om kindermishandeling, maar ook misbruik en geweld. Mensen ouder dan 18 jaar mogen dit nummer ook altijd gebruiken!
OCMW
De sociale dienst OCMW werkt samen met maatschappelijk werkers en doet ook aan sociale hulpverlening. Zij geven ook sociale voordelen aan mensen die een behoefte hebben aan hulp.
DOMO
Drugs
Wanneer is er spraken van verslaving ?
Als je vader of moeder te veel drinkt of drugs gebruikt, dan kan dat allerlei problemen geven in het gezin. Maar wat is 'te veel'?
Hier is niet altijd een direct antwoord op te geven. Dikwijls is het trouwens van groter belang welke effecten dat drinken of druggebruik heeft op het gedrag van vader of moeder. Als jij voortdurend last krijgt van deze effecten, dan drinken of gebruiken ze dus 'te veel'.
Waar kan je last van krijgen ?
Je ouders doen dikwijls niet wat ze beloven. Ze kunnen zich onvoorspelbaar gedragen. Soms zijn ze 'goed gezind', dan ineens weer niet meer. Soms mag je alles, soms mag je niets. Je kan er weinig of geen staat op maken. Vader of moeder kunnen ineens heel boos worden, zonder dat je het zag aankomen. Je kan ook veel kritiek krijgen, die dikwijls niet terecht is. Sommige ouders die te veel drinken of drugs gebruiken zeggen zelfs dat het de schuld van de kinderen is.
- Je krijgt weinig aandacht, je wordt meer aan je lot overgelaten.
- Je kan je schamen over je ouders. Daarom is het mogelijk dat je liever geen vrienden mee naar huis neemt.
- Vooral als moeder veel drinkt of drugs gebruikt kan het gebeuren dat er niet goed meer voor je gezorgd wordt. Er wordt geen eten gemaakt, de was gebeurt niet, enz.
- Vooral als vader een probleem heeft met drank of drugs, kan de sfeer thuis agressief zijn. Je wordt gemakkelijk geslagen. Er is ook meer kans dat je seksueel misbruikt wordt (ofwel in daden, ofwel met woorden).
- Er kunnen veel ruzies zijn tussen je ouders, naar aanleiding van het alcohol- of druggebruik. Het is mogelijk dat je in deze ruzies betrokken wordt en zelfs dat je 'partij moet kiezen'.
- Er kan geldgebrek zijn wegens het vele drinken of druggebruik.
- Je kan last krijgen van dubbelzinnige gevoelens. Enerzijds kan je kwaad of verdrietig zijn, anderzijds kan je de ouder die een probleem heeft toch 'graag zien' en deze niet willen 'verraden'. Je wil helpen, maar dikwijls haalt het niets uit.
Ouder gaat liever zelf uit en dropt het kind af bij een kennis of opvang. Mama pakt een slaappil om de aandacht van kinderen te vermijden. Mama's verbergen liever hun problemen t.o.v. de papa's. Ouders gaan vaker eten halen dan zelf eten koken omdat ze hier geen zin in hebben. Omdat de ouders de kinderen geen aandacht geven door deze verslavingen hebben deze kinderen enorm veel nood aan ontspanning en vrije tijd zoals een hobby of dergelijke.
Wat kan je doen en wat doe je beter niet ?
Je hoeft je niet steeds af te vragen of jij enige schuld hebt aan de problemen van vader of moeder. Zelfs al zouden ze dat zelf beweren. Degene die drinkt of drugs gebruikt is daar verantwoordelijk voor, jij niet!
- Je kan een ouder niet helpen om te stoppen met zijn gebruik. Dus steek niet te veel energie in hen te laten stoppen. Je vader of moeder zal dat zelf moeten beslissen.
- Probeer zeker om voor jezelf te zorgen en aan jezelf te denken. Blijf de dingen doen die je graag doet, sluit je niet op.
- Als je vindt dat er te weinig aandacht voor jou is of wanneer je veel last hebt van de problemen thuis, probeer daar dan over te praten met de ouder die niet drinkt of gebruikt. Deze ouder is soms zoveel bezig met de problemen van zijn of haar partner, dat de kinderen wat 'vergeten' worden. Meestal is dat niet de bedoeling, maar gebeurt het zonder dat ze het zelf in de gaten hebben. Laat je horen!
- Hoe moeilijk het ook kan zijn, probeer over de moeilijkheden thuis te praten met iemand die je vertrouwt. Dit betekent niet dat je je ouders verraadt, het betekent dat je voor jezelf zorgt. Je kan een volwassene kiezen die je misschien kan helpen om met je ouders te praten. Bijvoorbeeld een grootouder, een oom of tante, een oudere broer of zus, enz.
- Als je met de drinkende ouder wil praten over de problemen, doe dat dan alleen als die nuchter is.
- Als het mogelijk is en wanneer ze er voor open staan, dan mag je aan je ouders vertellen waar je het moeilijk mee hebt en hoe je je voelt.
Alcohol
Alcoholisme is één van de meest voorkomende psychosociale problemen. Zowel het globale gezinsklimaat als het psychologisch welbevinden van de gezinsleden negatief beïnvloedt. Gezinnen met alcoholproblemen worden in de literatuur beschreven als: inconsistenter, onstabieler, minder cohesief en meer in conflict beladen dan in gezinnen waar alcohol gen probleem vormt. Kinderen van ouders met een alcoholprobleem lopen dan ook een verhoogd risico om zelf een alcoholprobleem te ontwikkelen en blijken bovendien vatbarder voor een brede waaier aan psychologische problemen. Ze vertonen antisociaal gedrag, doen het minder goed op school en hebben een minder zelfwaarde gevoel. Als ouderlijk alcoholisme inderdaad een aantoonbare factor voor de ontwikkeling van psychopathologie bij kinderen is, dan is een breed segment van de bevolking op kinderleeftijd als risicogroep te beschouwen. Alcoholisme is een sluipende ziekte, die, wanneer er niet tot een drastische verandering van levensinvulling wordt overgegaan, leidt tot lichamelijk en geestelijk verval en niet zelden tot de dood.
Wat is alcoholmisbruik?
Maximaal twee tot drie alcoholconsumpties per dag valt binnen de normale waarden, maar drinkt je meer consumpties per dag of een maal in de week een grotere hoeveelheid, dan kunt u spreken van alcoholmisbruik.
Wat is alcoholverslaving?
Het is moeilijk om aan te geen wanneer iemand wel of niet verslaafd is aan alcohol. Men geeft wel aan dat wanneer je ochtends opstaat met het gevoel van alcoholnood voordat je de dag kan starten en wanneer je bepaalde gewoontes of dingen laat staan voor het alcoholgebruik, je past binnen het profiel van een alcoholverslaving. Volgende factoren geven mogelijk aan dat je alcoholverslaafd bent:
• Meer drinken dan voorgaande periodes
• Meer alcohol nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken
• Liegen over uw alcoholgebruik
• Verminderde interesse in sociaal contact
• Ontwenningsverschijnselen bij geen inname van alcohol
De gebruiker vormt niet enkel een gevaar voor zijn nabestaanden of naaste omgeving, maar ook en vooral voor zichzelf. Het langdurig overmatig alcoholgebruik kan leiden tot ernstige lichamelijke en psychische problemen. Het is niet zo dat de alcohol rechtstreeks zorgt voor deze beperkingen, maar werkt meestal onrechtstreeks of verergert de reeds bestaande aandoeningen. Dit is dan ook het geval bij meer dan 200 aandoeningen.
Naast bovenstaande problemen zijn er ook sociale risico’s aan verbonden, zoals bijvoorbeeld: problemen op het werk, financiële problemen, gerechtelijke problemen, relatieproblemen en vooral problemen waarbij sociale partijen betrokken zijn.
Daarbij probeert de ‘verslaafde’ weleens te stoppen met het gebruik van alcohol. Hierbij kampt men met verschillende ontwenningsverschijnselen en ontdekt men vaak meerdere kwaaltjes waarmee ze nooit eerder in aanraking kwamen. Dit zorgt voor het teruggrijpen naar de alcohol als een soort escapisme van de realiteit. Deze kwaaltjes kunnen gaan van slapeloosheid tot zelfs epileptische aanvallen.
Gokken
Heel wat mensen spelen gokspelletjes voor (ont)spanning of plezier. Voor sommigen loopt het kokken uit de hand hierdoor komt men hierdoor in financiële problemen. Overmatig/problematisch gokken kent heel wat gelijkenissen met het overmatig/problematische gebruik van alcohol, medicatie of andere drugs en kan ervoor zorgen dat er op verschillende levensdomeinen problemen ontstaan. Om de bevolking te sensibiliseren werken we vanuit CAD Preventie rond dit thema en dit vanaf de leeftijd van 14 jaar.
Je kan niet van iemands gezicht aflezen dat hij gokt. Omdat gokken vooral in de vrije tijd gebeurt, zijn er op school niet altijd signalen zichtbaar. Verslaving komt voor in alle soorten: drugs, alcohol, games, maar ook gokken. Speel dus geen detective en ga niet op zoek naar tastbare bewijzen. Er zijn trouwens geen specifieke signalen die wijzen op gokverslaving. Heb integendeel oog voor veranderend gedrag bij jongeren en hoe ze functioneren:
- zich afzonderen
- vrienden en hobby’s laten vallen
- spijbelen, te laat komen
- stoer doen over winnen en geld
- geld lenen, onderhandelen over geld
- dikwijls geld verliezen
- pesten, steaming, afpersen wegens geldkwesties
Geweld
De Universele Verklaring van de Rechten van het Kind geeft volgende zaken aan als zijnde ontoelaatbare behandeling van kinderen:
- verbaal geweld,
- sadistisch en denigrerend gedrag,
- affectieve afwijzing,
- overdreven of buitenproportionele eisen ten opzichte van de leeftijd van het kind,
- schoolopdrachten en taken die tegenstrijdig of onmogelijk zijn.
Kindermishandeling is het opzettelijk schade en letsel toebrengen aan kinderen. Ook het onderdrukken en verwaarlozen valt onder kindermishandeling. We onderscheidden lichamelijke, psychische en seksuele kindermishandeling.
Kindermishandeling begint vaak klein en wordt steeds groter. De ouders zijn er zich niet van bewust.
Oorzaken kunnen zijn:
- één van de ouders is in de eigen jeugd mishandeld,
- een depressie of psychiatrische stoornis,
- te hoge verwachtingen van de ouders, bv. een handicap of ontwikkelingsstoornis,
- werk,
Kindermishandeling
In de meest recente cijfers (2016) van het Vertrouwenscentrum voor Kindermishandeling (VK) werden 7080 meldingen gemaakt van concrete situatie van mishandeling of verwaarlozing. Anders gezegd, per dag wordt er van 20 kinderen melding gemaakt. (letterlijk overgenomen)
Fysiek
Wat verstaan we onder geweld?
'Elke handeling (of dreiging daarmee) die het zelfbeschikkingsrecht de zelfontplooiing en de lichamelijke integriteit van personen aantast.' (overgenomen à http://www.vzwzijn.be/wat-is-geweld).
Lichamelijke mishandeling: schoppen, slaan, knijpen, bijten, schudden, het toebrengen van brand- of snijwonden, breuken, inwendige letsels, ...
Psychisch
Verwaarlozing: kinderen die geen of weinig voedsel, nachtrust, medische zorg, liefde, warmte, aandacht, ... krijgen. Hierbij spreken we meestal van lichamelijke of emotionele chantage.
De gevolgen hiervan zijn dat de fysische en geestelijke gezondheid van het kind wordt afgeremd, hierbij ook de hersenontwikkeling van het kind. Uit onderzoek blijkt dat naarmate mishandeling en/of verwaarlozing vroeger in het leven van het slachtoffer plaatsvinden ook langer zullen doorgaan en dus ernstigere vormen aannemen. Hierdoor ontstaat er meer schade. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot chronische stress hierbij heeft het kind grotere kans tot zelfdestructief gedrag en agressie maar ook de vaardigheden zoals logisch denken en het taalgebruik kunnen verminderen, extreme stemmingswisselingen. De kans op het ontwikkelen van depressies of stoornissen in het geheugen worden ook verhoogd.
Mentaal
Wat is mentaal pesten?
Een zondebok kiezen en op een mentaal of fysiek agressieve wijze je frustraties uitwerken op deze zondebok. Pesten is vaak een groepsgebeuren dat aangespoord wordt door de populaire en dominante kinderen t.o.v. de kinderen die fysiek en verbaal zwakker zijn.
Wat is pesten?
Pesten is gewelddadig en meestal herhaald gedrag van 1 of meer personen, met de bedoeling om anderen te kwetsen. De schade kan psychologisch, seksueel, lichamelijk of sociaal zijn.
De gepeste, kan zich meestal niet verdedigen. Er is dus een ongelijke (of als ongelijk ervaren) machtsverhouding tussen diegene die pest en de gepeste.
Er is een verschil tussen plagen en pesten. Men spreek van plagen wanneer het spontaan gebeurt en met humor vaak doen jongeren dit voor aandacht, dit blijft niet lang aanhouden. De partijen zijn evenwaardig aan elkaar het is niet altijd leuk, maar het ‘slachtoffer’ wordt zeker nooit bedreigd.
Waarom?
- Opvoeding waarbij waarden en normen van respect t.o.v. anderen niet genoeg zijn toegelicht
- Frustraties uitwerken omwille van bedreiging (ouders, broers, zussen, externe)
- Omdat ze denken dat andere kinderen dan naar hun opkijken
- Pesters hebben geen inlevingsvermogen in hun slachtoffer.
- Niet populaire kinderen
- Negatief zelfbeeld
- Weinig gevoel eigenwaarde
- Uiterlijke kenmerken
- Leerprestaties
- Weinig sociale vaardigheden
- Meestal op school
- Kan ook buiten school
- Daling in het psychisch welzijn, zoals uitgedrukt in gevoelens van geluk en in het zelfbeeld;
- De sociale aanpassing wordt vermoeilijkt, tot uiting komen in sociale contacten en betrokkenheid op anderen daalt ook.
- De aanwezigheid van overdreven angsten en depressies stijgt.
- Het fysiek welzijn daalt, het ontbreken van klachten over de gezondheid stijgt
- Vroegtijdige onderkenning is noodzakelijk
- Hulp voor slachtoffer, pestkop en ouders
- Veiligheid voor slachtoffers op school en in de klas
- De school en klas moet gevoelig gemaakt worden voor pesten
- Actieprogramma binnen school
- Voorlichting voor ouders
Seksueel
Seksuele mishandeling: men spreekt van seksueel misbruik wanneer kinderen betrokken worden bij activiteiten die niet voor hun leeftijd zijn, maar eerder in een behoeftebevrediging van een volwassene en/of jongere. Maar wat bedoelt men dan met seksuele mishandeling? Hieronder verstaan we: betasten, gemeenschap hebben, geslachtsdelen tonen, pornovideo's bekijken, toekijken, 'spelletjes' spelen, seksuele uitbuiting van kinderen, vulgair taalgebruik,...
Seksuele mishandeling is vaak een emotionele chantage, waarbij de dader de macht van het slachtoffer misbruikt.
Wat?
- Problematische verhouding kind en volwassene
- Schade aangedaan bij kind, zowel fysiek als emotioneel
- Kinderen moeten voorbereid worden, wijzen op gevaren zonder ze bang te maken.
- Kind moet zelf kunnen aangeven wat het wil en wat niet.
- Grens: wanneer volwassenen een kind benaderen voor eigen seksuele behoeften
- Grenzen van waarden en normen worden verlegd
- Gevolgen op slachtoffer
- Gedragsverandering
- Agressief gedrag
- Teruggetrokken
- Passief gedrag
- Schoolproblemen
- Stemmingswisselingen
- Somatische klachten
Opvoeding
Gezinssituaties (gescheiden, alleenstaand)
Wanneer de ouders van een kind niet meer samenwonen na een scheiding, kan het zijn dat een kind slechte schoolresultaten heeft, agressie vertoont, gaat spijbelen… dan kan hij/zij de stempel krijgen van ‘scheiding niet verwerkt’. Dit vormt een crisisperiode waarin de leerling negatief wordt beïnvloed, maar het hoeft geen blijvend effect te hebben op het kind, of de thuissituatie. Het hoeft ook niet zo te zijn dat slechte resultaten of het slecht in het vel voelen een rechtstreeks verband heeft met de gezinssituatie. Het is belangrijk als leerkracht en als school dat je een zicht krijgt op het probleem van de leerling en als gezin en school kan helpen om het probleem op te lossen.
Vaak nemen ouders die in een gescheiden situatie leven minder deel aan het schoolleven. Dit kan ook verder komen uit een tekort aan tijd of een tekort aan financiële middelen. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat ouders zich positief betrokken voelen bij de school. Ook voor de leerling maakt dit een verschil : zowel ouder als leerling heeft dan het gevoel dat ze vriendelijk, respectvol en gelijkwaardig behandeld worden.
Een scheiding verandert 3 werelden. De eerste wereld van partners die een doorstroom kent van nieuwe partners en ex-partners. De tweede wereld is de wereld van de ouders. Zij maken de overstap van samenwonen naar alleen wonen. Ouders zullen altijd ouders blijven, het is het ouderschap dat aangepast moet worden. Ten laatste verandert een scheiding ook de wereld van de jongere. Je moet wisselen tussen twee huizen en twee verschillende regelingen.
Men kan naast een gescheiden situatie ook terecht komen in een alleenstaande situatie waarbij de partner is weggevallen wegens overlijden. Veel gezinnen hebben tijdens de eerste periode veel hulp aan de organisatie ‘gezinszorg’. Zij helpen met de reorganisatie van het gezien.
Religie
Joodse visie:
Het opvoeden van kinderen gebeurt op basis van hiërarchie. De ouders hebben de leiding en de kinderen moeten gehoorzamen. Het Jodendom leert dat ouders en kinderen gelijk zijn als mens, maar ongelijk in hun status. De ouder is de vertegenwoordiger van God op aarde. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder het kind waarden bij te brengen en een juist leven te leiden. Het kind dat zijn ouders eert wordt verwacht God Zelf te eren, Hij die het leven schenkt.
Wetten om ouders te eerbiedigen
De wetten om ouders te eerbiedigen zijn simpel maar hebben een grote invloed op de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind. Hieronder volgen een aantal basis wetten:
- Ga niet zitten op de stoel van je ouders
- Noem je ouders niet bij hun voornaam
- Spreek altijd op een vriendelijke toon tegen je ouders
- Interrumpeer je ouders niet
- Spreek je ouders niet direct tegen (stel een respectvolle vraag)
- Corrigeer een ouder niet
Wetten van eerbied
Wetten van eerbied tonen eer aan degene met een hogere status:
- Vind mogelijkheden om je ouders te steunen (v.b. breng hen eten terwijl ze zitten)
- Sta op en begroet een ouder als deze thuis komt.
- Begeleid een ouder wanneer deze weggaat (v.b. zeg tot ziens); sta op voor een ouder als deze de kamer binnenkomt.
- Wanneer er slechts één stoel beschikbaar is bied je hem aan je ouder aan.
Thuis goed gedrag inprenten
Bescheidenheid is de voornaamste pijler van het gedrag in het Jodendom. Enkele andere dingen die ze moeten doen zijn niet eerder beginnen met eten of thuis goed gedrag interpreteren.
Kinderen nieuw gedrag bijbrengen is verantwoordelijkheid van ouders.
De ouders hebben de verantwoordelijkheid om kinderen nieuw gedrag bij te brengen. Het beste kan dit gebeuren op plezierige momenten. Dit kan door te verwijzen naar de Tora of gewoon zonder enige verwijzing naar het Jodendom. Wanneer de kinderen worden aangemoedigd en geprezen voor hun goede gedrag genieten kinderen ervan. Het is niet goed om boos te worden op het kind. Dat werkt averechts. Dan worden de aanwijzingen als last ervaren. De kunst is om de kinderen een veilig gevoel te geven. Kinderen moeten zich goed voelen bij het respecteren van hun ouders.
Islamitische visie:
Het voedsel
De eerste ondeugd die het kind bedreigt, is gulzigheid bij het eten, dus zou het geholpen moeten worden om die te overwinnen door het bijvoorbeeld alleen met de rechterhand te laten eten. Door het “Bismillaah” (in naam van Allah) te laten zeggen vòòr het met eten begint; door het te laten eten wat zich voor hem/haar bevindt en het te laten beginnen nadat anderen al met eten begonnen zijn. Ook is het van belang niet naar het eten of naar het eten van anderen te blijven staren, het eten niet naar binnen te schrokken maar goed te kauwen, geen eten op de kleding te morsen of de handen vol te smeren, soms genoegen te nemen met een eenvoudige broodmaaltijd en uitgebreide maaltijden of dagelijkse vleesconsumptie niet als noodzakelijk te laten ervaren. We moeten onze kinderen uitleggen hoe slecht het is meer te eten dan je op kunt en dat mensen die zichzelf overeten op dieren lijken; door aanmerkingen te maken op kinderen die netjes en weinig eten te prijzen in hun bijzijn.
De kleding
Op het gebied van kleding is het aan te bevelen eenvoudige kleding te dragen. Geen kleding met opvallende kleuren; aan jongens moet van het begin af aan duidelijk gemaakt worden dat meisjes wel zijde mogen dragen en dat jongens daar niet van houden of anders voor verwijfd aangezien worden. Een kind moet zoveel mogelijk worden gestimuleerd eenvoudige, maar nette kleding te dragen, omdat overdreven dure en luxe kleding dragen geldverspilling is en vaak een teken is van de aandacht op je willen vestigen om de verkeerde eigenschap.
In plaats van dit laatste kan een kind beter gestimuleerd worden tot het willen vestigen van de aandacht op een goed karakter. Het is beter als een kind meer waarde hecht aan zijn/haar eigen innerlijk en aan dat van andere mensen, dan aan uiterlijkheden.
Boeddhistische visie:
Boeddhistisch onderwijs is een methode die gebaseerd is op de mentale ontwikkeling van de individuele persoon. Het belangrijkste in de boeddhistische opvoeding, is om een gecultiveerde, gedisciplineerde en onderwezen gemeenschap voort te brengen.
Economische status en achtergrond
De werkloosheid voor allochtonen en autochtonen blijft schrijnend. De werkloosheid onder niet-westerse allochtonen is, zowel onder de eerste als tweede generatie, hoger dan onder autochtone Belgen. In 2007 bedroeg de werkloosheid voor autochtonen 4,5%, voor niet-westerse allochtonen bedraagt dit 9,1%. Redenen zoals een gebrekkige kennis van Nederlands, een lager opleidingsniveau, een eenzijdige werkervaring en af en toe discriminatie door de werkgever.
Een gemiddelde niet-westerse allochtoon heeft minder dat hij/zij uitgeeft dan de gemiddelde autochtoon. Het is opvallend dat niet-westerse allochtonen vaker in armoede leven door de weinige arbeidsdeelname. Door een lager opleidingsniveau hebben zij ook vaak slechtere banen. Daarnaast leven bijna dubbel zoveel allochtonen van een uitkering dan autochtonen.
Financiële status en achtergrond
In deze diagram hebben we een overzicht van de Belgische bevolking en haar origine. We leiden hieruit af dat er nog steeds meer Belgen (60,2) zijn die in België geboren zijn of ouders hebben met Belgische origine.
Anderzijds is het opvallend dat mensen van andere origine (25,3), al dan niet met bekende afkomst (14,5), bijna de helft van de Belgische bevolking omvatten. Deze diversiteit heeft terugslag op de financiële situatie van zowel een Belgisch als niet-Belgisch gezin. Het is namelijk zo dat mensen met een migratie-achtergrond veel moeilijker werk vinden.
De gemiddelde werkgelegenheidsgraad in België voor mensen van 18 tot 60 jaar bedraagt 66%. Het is opvallend dat de mensen met Belgische origine een hogere werkgelegenheidsgraad hebben. Dit met 74%. Het zijn de mensen uit Europese landen en Afrikaanse landen die een erg lage werkgelegenheidsgraad hebben. Een gemiddelde van 50 en zelfs minder dan 40%. Uiteraard gaat de verloning hand in hand met de afkomst. In 2002 werd het onderzoek naar loonstructuur gedaan. De getallen die hieruit verder komen zijn opvallend. Het is niet enkel zo dat er verschil is tussen autochtone en allochtone inwoners van België. Het verschil tussen mannen en vrouwen kan men ook niet langs. Het verschil in verloning kan oplopen tot wel vijf euro per uur. Deze cijfers gaan hand in hand met de bovenstaande literatuurstudie naar de gezinssituatie (gescheiden, alleenstaand). Zo is het voor een alleenstaande moeder moeilijker dan voor een alleenstaande vader, wat betreft verloning.
De loonverschillen per herkomsthergroepering zijn duidelijk opvallend! Opleiding, geslacht, leeftijd en werkervaring bepalen mee iemands beroepskeuze. Deze beroepskeuze heeft rechtstreeks invloed op het uurloon dat men zal verdienen. Deze variabelen liggen min of meer vast, het is de herkomstgroepering waarin de verschillen ontstaan. 57% van het loon wordt uitgedeeld door de persoonlijke bagage. Leeftijd en opleidingsniveau zijn voorbeelden van deze bagage. Het eerder verlaten van school (wat een indicator is voor de schoolgaande kinderen van tegenwoordig) is ook een interessante indicator rond persoonlijke bagage. Het eerder verlaten van school is zowel bepalend voor ouder als kind. Ouders die de schoolbanken vroegtijdig hebben verlaten, zijn volgens kind en gezin een alarmsignaal voor een kansarm gezin. Het is het hoogst behaalde diploma van de moeder die hierin een rol speelt. Door het vroeger verlaten van de schoolbanken, wordt de latere beroepskeuze mee gestuurd. In onderstaande grafiek worden de verschillende studierichtingen ASO, TSO, BSO vertaald naar hoog (ASO), midden (TSO) en laag (BSO).
De cijfers van de allochtone schoolverlaters zijn laag in (BSO) en midden (TSO) studierichtingen die de school verlaten. Dezelfde trend is zichtbaar voor autochtone leerlingen. Voor de studierichting midden (TSO) staat autochtoon en allochtoon bijna op gelijke voet. Uit de studierichting hoog (ASO) zijn het voornamelijk autochtonen die de school vroegtijdig verlaten. De onderwijsachterstand is voor een groot stuk verantwoordelijk voor de hoge werkloosheidscijfers binnen de allochtone gemeenschap. Er is een duidelijk verband tussen de onderwijsachterstand van de bevolkingsgroep en de vooruitzichten om binnen één jaar na het afstuderen werk te vinden. Deze resultaten komen uit de studie van de VDAB.
Kind en Gezin heeft 7 toetsingscriteria om te bepalen of een gezin in een kansarme situatie leeft. Een van de criteria is de opleiding van de ouders, zoals eerder vermeld. De alleenstaande ouder of een van de twee ouders heeft geen diploma hoger secundair onderwijs, heeft buitengewoon onderwijs gevolgd of is analfabeet. Dit criterium hangt samen met een volgend signaal rond kansarmoede, namelijk het beschikbaar maandinkomen. Door een onregelmatig maandinkomen, een uitkering, een leefloon of het beschikbaar inkomen ligt lager dan het leefloon loopt het gezin risico. Deze arbeidssituatie (al dan niet werkend) slaat terug op de financiële situatie.
Wanneer er aan kapitaal gedacht wordt, gaat het voor veel mensen meteen over financieel kapitaal. Toch zijn er nog vele andere vormen. Degene die het nauwst aansluit bij het financiële kapitaal is het materiele. Dit soort kapitaal gaat over het kunnen aankopen van materiaal om verder te geraken op school of in een arbeidssituatie. Voorbeelden hiervan kunnen zijn het aankopen van een printer/computer, schoolboeken, gerief om een vak te leren…
Een ander soort kapitaal is het cultureel kapitaal. Het cultureel kapitaal slaat voornamelijk terug op de thuistaal. Door het niet snel genoeg aanleren van de taal van het land waar wonend kan een kind/een gezin een achterstand oplopen. Dit kan voor enige frustratie zorgen omdat het gezin zichzelf niet kan redden in het nieuwe land.
Voor mensen uit een moeilijk financiële situatie die al dan niet een allochtone achtergrond hebben, is het ook moeilijk om sociaal kapitaal op te bouwen. Het sociaal kapitaal betreft het sociale vangnet dat mensen hebben. Mensen waarop ze kunnen terugvallen of op kunnen rekenen. Dit vangnet blijft erg beperkt, zowel bij een autochtone als een allochtone gezinssituatie. Binnen een allochtone gezinssituatie speelt het financiele en het culturele kapitaal parte. Het soreken van de thuistaal is voor een autochtoon gezin minder moeilijk.
Uit dit onderzoek leiden we af dat een tekort aan financiën voor zowel een autochtoon als een allochtoon gezin kan zorgen voor moeilijke gezinssituaties. Het is een bron van frustratie en ongelijkheid waaruit kansarmoede kan ontstaan.
Opvoedingsstijl
De manier waarop een kind opgevoed wordt heeft een grote impact op het welzijn en welbevinden van het kind. Een opvoedingsstijl kan ook beïnvloed worden door de thuissituatie. Meestal gaan kinderen de opvoedingsmethode van de ouders overnemen. Dit is meestal onbewust. Over het algemeen zijn er vier grote opvoedingsstijlen bekend, elk met hun eigen kenmerken maar ook gevolgen.
Democratische opvoedingsstijl
De democratische opvoedingsstijl geeft vooral aandacht voor de acceptatie en de eigenheid van het kind. Er is duidelijke en regelmatige communicatie tussen ouders en kind. De vastgelegde regels worden altijd in samenspraak met de kinderen opgelegd. Er is sprake van een vertrouwelijke band.
Deze opvoedingsstijl creëert een warme, verbonden gezinsband waarin ouders en kinderen veel tijd met elkaar spenderen. Het gezin is harmonisch en voelt zich veilig bij elkaar. Deze opvoedingsstijl komt ook het meest voor en is de meest geslaagde stijl.
Gevolgen
De kinderen voelen zich veilig, zowel thuis als persoonlijk. Er is vertrouwen aanwezig tussen de ouders en het kind. Dankzij de democratische opvoedingsstijl gaan kinderen een stabiele identiteit ontwikkelen. Zij gaan uiteindelijk zelfstandig sterk in hun schoenen staan en hebben een positief zelfbeeld. Ook vertonen de kinderen meestal een goed ontwikkeld inlevingsvermogen naar anderen toe.
Verwaarloosde opvoedingsstijl
In tegenstelling tot de democratische opvoedingsstijl, is er hier absoluut geen sprake van een vertrouwelijke houding. Er is absoluut geen sprake van stimulatie of sturing en kinderen worden in veel gevallen zelfs genegeerd. De ouders zien hun kinderen als last en reageren onverschillig ten opzichte van hun behoeften.
De ouders vermijden het ongemak voor zichzelf en gaan interactie ontwijken. Het gevolg hiervan is dat kinderen samenhorigheid en solidariteit gaan missen. De ouders gaan hun gebrek aan aandacht geven trachten te compenseren met materiële zaken. Deze opvoedingsstijl zorgt ook voor een onveilige hechting.
In ernstige gevallen kan een zeer koele opvoedingsstijl leiden tot verwaarlozing en mishandeling. Het kind wordt een zondebok voor de problemen en gaat vervreemden van de rest van de wereld. Het kind gaat ontsnappingsgedrag tonen, dit is in erge en blijvende mate zeer slecht voor de persoonlijkheid van het kind.
Gevolgen
Het spreekt voor zich dat deze opvoedingsstijl negatief is voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Hij of zij gaat last hebben van opvoedingsproblemen en deviant, afwijkend, gedrag. Hun zelfbeeld zal eerder negatief evolueren, net zoals hun zelfvertrouwen. Het kind is vaak onzeker en zal uiteindelijk kwetsbaar zijn in de maatschappij. Het kind kan een minderwaardigheidscomplex aankweken en door een minder goede hechting met de ouders ook hechtingsproblemen ondervinden met andere sociale contacten of leeftijdsgenoten. Het ontwikkelen van zelfstandigheid verloopt zeer traag.
Autoritaire opvoedingsstijl
Gehoorzaamheid is de belangrijkste pijler van de autoritaire opvoedingsstijl. De kinderen moeten luisteren naar de ouders, die geen tegenspraak dulden. De ouders gaan veel aandacht geven aan de kinderen, maar in een foute en dominante manier. Zij gaan te veel storende aandacht geven, zij mengen zich volledig in het leven en beslissen voor het kind. De ouders willen alles weten en zijn heel erg controlerend. Kinderen hebben hierdoor vaak minder contact met leeftijdsgenoten.
Gevolgen
Kinderen gaan zich altijd aanpassen aan de regels. Dit klinkt positief, maar omdat het kind zo gedomineerd werd door de ouders gaat het een minderwaardigheidsgevoel aankweken. Het kind wordt namelijk altijd onderdrukt en zal dit meenemen doorheen zijn of haar leven. Het kind krijgt een identiteitscrisis en zal mogelijk geen identiteit ontwikkelen. Vaak zijn kinderen uit een autoritaire opvoedingsstijl eerder gesloten personen.
Toegeeflijke opvoedingsstijl
Hier is er weer sprake van een tegenstelling met de vorige opvoedingsstijl. In de toegeeflijke stijl zijn de kinderen vrij, regels komen niet ter sprake en ze moeten hun eigen plan trekken. De kinderen krijgen hierdoor een weinig gestructureerde identiteit. Deze opvoedingsstijl komt vaak voor in losse gezinnen. Ouders gaan amper tot niet controleren en geven de kinderen de volledige vrijheid. De ouders tonen geen autoriteit en hebben geen vat op hun kinderen.
Gevolgen
Daar waar kinderen bij de autocratische opvoedingsstijl zich altijd aan de regels gaan houden, zijn kinderen uit een toegeeflijke opvoedingsstijl eerder onaangepast aan sociale regels. Zij zijn vaak impulsief en kunnen onbetrouwbare trekjes vertonen. Mogelijk hebben zij een gebrek aan contact of aan uitgaansleven, dit kan dan weer leiden aan niet-actieve kinderen of asociale kinderen.
Externe organisaties
CLB
Het CLB heeft een hechte samenwerking met de meeste scholen. De scholen zijn vaak de eerste die opmerken dat er een probleem is met een kind of de eerste waar het kind naar doorverwezen wordt. Dit is vaak het meest succesvol voor de persoonlijke ontwikkeling voor het kind, maar zeker niet een oplossing voor alle problemen in kwestie.
Het CLB helpt niet alleen bij het studeren en het leren, of bij de schoolloopbaan. Het CLB staat ook open voor het kind, voor psychische of sociale problemen en voor de gezondheidszorg.
Het CLB werkt enkel op aanvraag van de school of de ouders. Zij zullen dus niet zelf problemen gaan opsporen, maar zullen wel wachten op een aanvraag van de ouders of de school. Belangrijk om te weten is dat zij enkel mogen werken wanneer de ouders toestemming geven. Zodra de school het CLB om hulp vraagt, moet er dus altijd eerst duidelijk gecommuniceerd worden naar de ouders toe.
1712
1712 is de hulplijn voor kindermishandeling. Deze hulplijn is zoals de meeste preventieve hulplijnen gratis. Het draait echter niet enkel om kindermishandeling, maar ook misbruik en geweld. Mensen ouder dan 18 jaar mogen dit nummer ook altijd gebruiken!
OCMW
De sociale dienst OCMW werkt samen met maatschappelijk werkers en doet ook aan sociale hulpverlening. Zij geven ook sociale voordelen aan mensen die een behoefte hebben aan hulp.
DOMO